naar hoofdtekst gaan

LCD en bedieningspaneel

Het HOME-scherm wordt weergegeven op het LCD-scherm wanneer de printer wordt ingeschakeld.

Het HOME-scherm

A: Netwerk

Hiermee wordt de huidige netwerkstatus weergegeven.

Het weergegeven pictogram is afhankelijk van het gebruikte netwerk of de netwerkstatus.

Wi-Fi is ingeschakeld en de printer is verbonden met de draadloze router.

Opmerking

  • Het pictogram wordt gewijzigd afhankelijk van de signaalstatus.

    (Signaalsterkte: 81 % of meer): u kunt de printer zonder problemen gebruiken via Wi-Fi.

    (Signaalsterkte: 51% of meer): er kunnen problemen optreden, bijvoorbeeld dat de printer niet kan afdrukken, afhankelijk van de netwerkstatus. Wij raden aan de printer in de buurt van de draadloze router te plaatsen.

    (Signaalsterkte: 50% of minder): er kunnen problemen optreden, bijvoorbeeld dat de printer niet kan afdrukken. Plaats de printer in de buurt van de draadloze router.

Wi-Fi is ingeschakeld, maar de printer is niet verbonden met de draadloze router.

Draadloos direct is ingeschakeld.

Netwerk is uitgeschakeld.

B: Inktinformatie

Er wordt een symbool weergegeven als er informatie is over het resterende inktniveau.

  • De inkt is bijna op. Bereid een nieuwe Inkttank voor.
  • De inkt is op. Vervang de inkttank door een nieuwe inkttank.
C: Basismenu

Selecteer het gewenste item wanneer u de basisfuncties van de printer wilt gebruiken, de printer wilt onderhouden of een instelling wilt wijzigen.

Basishandelingen op het bedieningspaneel

Om de functie van een menu of instellingsitem te bepalen, selecteert u de knop omhoog omlaag en drukt u op de knop OK.